De Westerse levensstijl leidt in toenemende mate tot pandemische ziekten als hart-en vaatziekten, overgewicht, diabetus mellitus, auto-immuunziekten, ziekten van het centraal zenuwstelsel en kanker. Ziektebeelden die eerder niet voorkwamen in de menselijke geschiedenis.
Moderne therapeuthische handelingen kunnen hulp bieden bij de behandeling van deze aandoeningen, hoewel er nog steeds aandoeningen zijn waar men geen behandeling voor heeft.
Symtoombestrijving
Behandeling is vaak gebaseerd op symptoombestrijding; een noodzakelijke aandacht voor acute ziekte en pijn. Mensen met chronische ziektebeelden hebben veel minder baat bij deze behandelwijzen en hebben een andere aanpak nodig.
Ontstekingsprocessen
Klinische Psycho Neuro Immunologie (kPNI) en andere medische disciplines hebben bewezen dat moderne ziekten zijn verbonden met ten minste drie of meer verstoringen van werkingsmechanismen die leiden tot laaggradige ontstekingsprocessen.
Laaggradige ontsteking kan worden beschouwd als de laatste stap in de ontwikkeling van boven genoemde ziektebeelden. Een chronisch immuunsysteem heeft zijn reactievermogen verloren om bepaalde hormonen en neurotransmitters om te schakelen.
Verandering van voeding
Onze voeding is de laatste eeuw enorm veranderd. Terwijl ons lichaam en de manier waarop ons lichaam het voedsel verwerkt hetzelfde is gebleven. Onze genen zijn nog steeds geprogrammeerd voor de omgeving van onze oerouders zo'n 160.000 jaar geleden Dat geldt ook voor de genen en daarmee ons inwendige biologische systeem, de biochemie.
Het DNA verandert echter niet zo snel; slechts een half procent per miljoen jaar. Vanaf zo'n 40.000 jaar terug is de evolutie wel wat sneller gegaan, maar genetisch gezien hebben we ons nog steeds niet aangepast.
Tegenwoordig eten we teveel en bewegen we te weinig. We worden gemiddeld ouder, maar met name chemisch ouder als je kijkt naar wat de gemiddelde oudere aan medicatie slikt.
Oervoeding
Vlees werd geconserveerd door middel van zouten, roken en/of drogen. Soms at men heel veel wild en dan weer een periode heel weinig tot niets.
Verder bestond het basisvoedsel voornamelijk uit allerlei soorten knollen, plantenwortels, wilde groenten en fruit. Deze voedingsmiddelen werden verzameld door vrouwen en kinderen. Daar waren ze de hele dag druk mee bezig. Seizoensgebonden at men noten, meloenen en eieren. Van de meloenen werden ook de pitten gegeten. Naast dit voedsel bestond de dagelijkse voeding uit insecten, larven, rupsen (heel calcium- en ijzerrijk), vogels, knaagdieren, hagedissen, slangen en schildpadden.
De oermens pastte zich aan de natuur aan en migreerde afhankelijk van het voedselaanbod. Met andere woorden de oermens was onderdeel van de natuur en alles wat eetbaar was werd optimaal gebruikt.
Oervoeding bevatte in verhouding meer dierlijke eiwitten en minder koolhydraten in tegenstelling tot onze huidige voeding waarin geraffineerde koolhydraten als brood, rijst en pasta de boventoon voeren. Onze voorouders aten in ieder geval geen granen, peulvruchten en zuivelproducten.
In de prehistorie werden granen pas gegeten wanneer men dreigde te verhongeren. Tegenwoordig worden granen doorgaans beschouwd als onderdeel van verantwoord gezonde voeding.
Wat kun je zelf doen?
Natuurlijk hebben we in deze tijd geen mogelijkheid meer om te jagen, en verzamelen doen we in de supermarkt. Maar we kunnen wel keuzes maken in wat we tot ons nemen. Het aanbod is zelfs gevarieerder dan in de prehistorie en we zijn minder afhankelijk van de natuur met haar misoogsten en van winters met alleen maar knollen en kool.
Bij oervoeding worden de volgende ingrediënten niet gegeten:
- tomaten, aardappelen en grapefruit
- peulvruchten: zoals soya, pinda's, mais en pistachenoten
- granen: alle soorten zoals tarwe, rijst, gerst, gort, rogge, spelt, haver, couscous, bulgur en quinoa
- alle zuivelproducten
- alle geraffineerde suikers
- koolzuurhoudende dranken
Oervoeding bestaat voornamelijk uit biologische voeding. Hieronder voorbeelden:
- vlees, wild, gevogelte, vis en eieren
- knolsoorten onder andere knolselderij, uien, zoete bataat
- bladgroenten en wortelsoorten (pastinaak, courgette, aubergine)
- koolsoorten en broccoli, bloemkool,pompoen
- groene bonen: sugar snaps, prinsessebonen, snijbonen, franse boontjes, peulen
- verse en gedroogde vruchten: bosvruchten, pitvruchten (perzik, abrikoos), avocado, vijgen dadels banaan, peren, ananas, meloen, mango, papaya,citrusfruit m.u.v. grapefruit
- noten, zaden en paddestoelen
- groene kruiden: bieslook, knoflook, tijm, rozemarijn, peterselie, dille, basilicum etc.
- specerijen: curcuma, kaneel, gember, zoethout, komijnzaad
- onbewerkte plantaardige oliën en vetten: olijf, zonnebloem, kokos, druivepitolie
- boekweitkorrels, boekweitmeel, gierst
- kokosmelk, amandelmelk, cashewnotenmelk
- pure chocolade vanaf 70%
- 1,5 tot 2 liter water per dag
- groene thee en kruidenthee van biologische merken
- koffie, maximaal 2 kop per dag (zonder suiker)
- 1 glas rode wijn (rosé of witte wijn kan ook)
Vroeger at men als ontbijt meestal de restanten van de vorige avond. Soepen zijn ook geschikt als ontbijt en zou je mee kunnen nemen in een thermofles.